zandbank:



[EN] is an arts criticism platform rooted in Groningen, NL. We believe in slow reflection, in sustainable criticism, and the power of extensive contemplations and considerations - and wish to move away from "actuality" and rushed writings.

Currently, we are facilitating the production and spreading of art texts and entering several archives for republications.

~   ~   ~   ~   ~   ~   ~   ~   

[NL] is een kunst-kritiek-platform geworteld in Groningen, NL. We geloven in langzame reflectie, in duurzame kritiek, en de kracht van uitgebreide overpeinzingen en overwegingen - en wensen weg te bewegen van "actualiteiten" en gehaaste teksten.

Op het moment faciliteren wij de productie en verspreiding van kunst-discursieve teksten; Aan de andere kant duiken wij in de archieven voor herpublicaties.

~   ~   ~   ~   ~   ~   ~   ~   

This site is continually in process, and will be expanded over time. We are always interested in contributions or proposals, which can be mailed to platform.zandbank[at]gmail.com.

publishes,


       [EN]
My Child Could Do That
       Michiel Teeuw & Dinnis van Djiken

       [EN]
Call for writers
       zandbank



archives,


       [NL] / [EN]
SIGN: Archive 1988-1993
       VARIOUS AUTHORS


       [NL] / [EN]
SIGN: Archive 1993-1999
       VARIOUS AUTHORS

Beeldcon- structies

Hans Koster interviewt Hans Koster - 1998 - NL



Hans Koster (Kampen, 1960) exposeert voor de derde keer in galerie Sign, ditmaal met een reeks 'Beeldconstructies'. Het werken in reeksen lijkt de enige verbindende factor te zijn van deze exposities. Thematisch, maar ook schilder-technisch zijn even zoveel kunsthistorische wegen bewandeld. Waren in '91 de zelfportretten in de reeks '(Nacht)atelier' verwant met het strenge, zo niet zwaarmoedige Noordse zelfbeeld van Beckmann, Kirchner en Munch, met de 'Baadsters', 3 jaar later, liet Koster zijn zonnige, bijna wulpse kant zien in een LAT-relatie met Collage en Fotografie. Maar met zijn nieuwe werk vrijt hij zich weer op aan zijn oude liefde, de schilderkunst. Hoewel het 'olie op doek' plaats heeft gemaakt voor een eigentijdse verscheidenheid aan (teken)technieken, schurkt hij met zijn beeldtaal links en rechts tegen Pop-Art en Op-Art aan. Als stijlbreuk tot stijlmiddel wordt verheven dringt zich de vraag op wie er nu toch door het bos ronddwaalt.

Het werk dat je nu exposeert maakt op mij de indruk totaal los te staan van het werk dat je de vorige keer in Sign liet zien, zo'n 4 jaar geleden. Heb ik iets gemist?

-Natuurlijk heb je iets gemist en nog wel het meest interessante onderdeel van de beroepsuitoefening, de dagelijkse arbeid. Verwacht van een expositie niet dat je dit werkproces bezichtigen kunt, of dat je een gedachtenreeks te zien krijgt. Een momentopname is slechts je deel. Deze expositie is een overzicht van de laatste 2, 3 jaar, de actuele stand van zaken. Werk van de 2, 3 jaar zeg je, dan mis ik toch een jaar.

Maar wat ik eigenlijk bedoel is dat met jouw expositie-frequentie het moeilijk, zo niet onmogelijk is, veranderingen in je werk te volgen. Ik zie eerlijk gezegd geen consequente ontwikkeling, meer een van de hak op de tak aanpak.

-Dat is het dus absoluut niet. De beeldende vraagstelling van figuratie op een plat vlak staat nog steeds centraal. Alleen de verschijningsvorm, het materiaal is veranderd. Jij verwacht blijkbaar een voortzetting van het vorige, een zichtbare, vloeiende overgang naar iets nieuws. Die is er natuurlijk wel, maar niet interessant om te tonen. Je krijgt gewoon niet alles te zien. Deze expositie is een mooie, afgeronde weergave van wat mij beeldend heeft bezig gehouden en waar het mogelijk naar toe kan gaan. En wat jij waarschijnlijk stijlbreuk zult noemen, vind ik een prettig gebrek aan herhaling, verrassend.


Daar is niets op tegen, maar onthoud je de beschouwer niet een betrokkenheid met je werk, een inlevingsmogelijkheid?

-Wie is wie? Als autonoom beeldend kunstenaar, en dat autonoom wordt te vaak vergeten, als autonoom kunstenaar is mijn verbeelding de leidraad en niet de zorg om communicatief uit te blinken. Ik ben geen reisgids. Ik kan hooguit aangeven wat mijn beeldende interesse is, wat mij visueel voor ogen staat. Betrokkenheid, inlevingsmogelijkheid? In relatie met wat? Mijn werk is bewust zakelijk, gecontroleerd. Geconstrueerd. Emotie is geen oppervlaktemaat.

Om terug te komen op dat ontbrekende jaar, een jaar van experimenteren?

-Experimenteren is het woord niet, het klinkt me te veel naar ruim schieten, makkelijk plaatsen. Dat lijkt me van de hak naar de tak leiden. Ik werk hand over hand aan 6, 8 beeldproblemen tegelijkertijd. Oplossingen en mogelijkheden gaan van het ene werk over op de anderen. Het is een proces van zoeken, vinden en hergebruiken. Vandaar dat de thematische reeksen niet homogeen zijn.

die reeksen wil ik het zo nog hebben, maar na de 'Baadsters'...

-Na de 'Baadsters' volgde een serie modellen, althans alleen het hoofd. Portretten, eigenlijk, daar waar 'Baadsters' over pose ging. Weer geschilderde collages op een witte achtergrond, maar dan op een klein vast formaat, 50 bij 60. Model. Vervolgens de inversie vorm/restvorm met een serie schilderijen waar de actie, het onderwerp ontbrak, wit was geschilderd. Alleen restvormen dus. Schilderijen van Manet in kleur, kran- tenfoto's in zwart/wit. En toen, na een jaar of 5 witte vlakken, de grote onvrede en het zoeken naar een ander begin, een andere drager, nieuwe mogelijkheden om het vlak te activeren. En dat is de stap waar jij zo op zit te azen, de lapjes!

Och...

-Met die bedrukte stoffen kon ik het platte vlak anders benaderen. Transparantie was een nieuwe invalshoek, beeldopbouw in lagen, waardoor een ruimtelijke werking ontstaat, een mengvlak van patronen en kleuren, ritme, beweging. Er kon nu een beeld op, onder of tussen. Vanuit onvrede tot op de drempel van beelddiarree, da's zoeken.



A propos, zoeken, hoe selecteer jij je beelden? Je verwijst naar de schilderkunst, maar ik zie ook vormgeving, de media, druktechnische elementen zoals rasterpunten en moiré's. Ben je bezig een standpunt te bepalen voor de beeldende kunst ten opzichte van andere beeldende disciplines?

-Dat is me te veel van het goede. Natuurlijk speelt de schilderkunst een rol in mijn werk. Daar heeft iedere schilder last van. Je kent je vakliteratuur en bij elk nieuw eigen werk heb je automatisch associaties met bestaand werk van anderen. Onophoudelijk. Beeldende kunstenaars zijn herkauwende kannibalen, gedomesticeerd op de grens van decoratie en vernieuwing.

Decoratieve vernieuwing of vernieuwende decoratie?

-Nee, niet zo, niet samengesteld, maar met een tijdsverloop. Vernieuwing gaat over in decoratie, steeds sneller naar mijn idee. En er is veel, veel aanbod en heel veel nieuwe mogelijkheden om een beeld neer te zetten, te manipuleren en het technisch perfect uit te voeren. Het wachten is nog op virtual reality in de beeldende kunst, al dan niet interactief. Misschien wordt er daarom zo weinig meer geschilderd, de gêne om met een Fred Flinstone-methodiek te produceren. Tja... Maar hoe kom ik hier op?



Beeldkeuze...

-A ja, de interdisciplinaire verwijzingen, de academische drang tot extrapoleren. Dat moet je in een algemeen visueel kader zien. Een oppervlaktemaat, beeldende kunst als je dat liever is, in contact brengen met andere visuele uitingen. Het autonome karakter, de kenmerken van kunst aan een haakje, meten aan de dynamiek van bewegende beelden, de actualiteit van krantenfoto's, de functionaliteit van design, het wervende karakter van ongeadresseerd drukwerk. Noem het verwijzingen, noem het het meest voor de hand liggende beeldmateraal om beeldspanning op te roepen, waardoor de staat visueel in tegenspraak wordt gebracht met de aard van het werk. Kort gezegd, de waarneming van een statisch vlak.

Ik bedoelde eigenijk inhoudelijk.

-En met inhoudelijk een intellectueel concept, neem ik aan. Behalve dat je niet goed kijkt, luister je ook nog eens slecht. Dat is er niet. Alleen een beeldende interesse, een stok om de hond te slaan.

Decoratie dus?

-Nee, beeldconstructie.

En dat houdt in?

-Het omzetten van bestaand beeldmateriaal, waar ik trouwens letterlijk en figuurlijk over struikel, dus niet naar op zoek ga, beelden omzetten naar een louter beeldende realiteit, de waarneming van een afbeelding. Kan waarneming decoratief zijn? Dat dacht ik toch niet.

Zeker, decoratie is in beginsel een vormkwestie, het puur werken vanuit een traditie, zonder picturale ontwikkeling. Maar daarnaast kan het stelselmatig hanteren van een trouvaille snel decoratief werken. De factor tijd waar je het net over had, het nieuws en de vis van morgen.

-Nog een keer.

Met het gebruik van, nee dank je, ik heb nog, van matglas riskeer je een decoratieve uitstraling.

-O, m'n glasgebruik. Daar zie je dus zowel de inhoudelijke als de beeldende kwaliteit niet van. Beeldend in de zin van de laatste laag van de beeldopbouw en samen met de lijst, de afsluiting, de verzelfstandiging van het werk. Meer object dan schilderij eigenlijk. En dat brengt me op de inhoudelijke kant. De reflectie op het glas dwingt je af te wijken van de frontale waarneming, om het platte vlak, net als een beeld, vanuit verschillende standpunten te bekijken. Werk met een variabele verschijningsvorm dus.

Er is, en wel in heel letterlijke zin, dus toch sprake van standpuntbepaling. Niet conceptueel interdisciplinair, maar in visionair opzicht. Het werk vindt zijn uiteindelijke staat in zijn omgeving, die inwisselbaar is. Je kunt daaruit concluderen dat objectieve, eenduidige waarneming uitgesloten is. Dit vanuit de multiple-gedachte, of meer in de trant van symbiose?

-Wat dacht je van sociaal-psychologisch?

In nihilistische zin? En daarmee de koppeling met...

-Proost.

Jaja...

Groningen, augustus '98.