BEWEGING BRENGT LEVEN, DE RIVIER TRAAG EN SNEL STROMEND,
GEEFT HOOP, EEN BESTAANSMOGELIJKHEID.
DE MENS WARMBLOEDIG, LEEFT EN GEEFT ENERGIE.
ENERGIE IN KLEDING, VLOEIEND EN VORMEND, BEWEGEND MET
DE MENS.
DRAAIEND ALS EEN CARROUSSEL, DYNAMISCH MIDDELPUNT
VAN BEWEGING.
WISPELTURIG, VERRASSEND, MOEILIJK BIJ TE HOUDEN, NIET
TE EVENAREN.
KLEURRIJKE EMOTIES, TRIOMFANTELIJK AANWEZIG.
RICHTING, LIJNEN EVENWIJDIG EN NOOIT GELIJK, ALS EEN
VINGERAFDRUK.
De kleding is een "spel" van vormen, bewerkte en niet bewerkte delen in streep en unie.
Alle kledingstukken zijn gebreid.
Het is een bewerken van "gewone" tricot breisels en het gebruik
van coupe in breisel.
Het kledingstuk ontstaat door het aan elkaar zetten van gebreide
lappen, al dan niet bewerkt.
De keuze waarop de lappen aan elkaar gezet worden, wordt gemaakt
vanuit het idee: coupe-verwerking en/of aksenten (decoratie).
Dit wordt door middel van moulage gezocht.
Het gebruik van coupe en aksenten kunnen,samen gaan.
Het bewerken is het instikken van de gebreide lappèn in regelmatige stiksels. Hierdoor ontstaan vormen die worden bepaald
door de richting en de afstand van de stiksels onderling.
De stiksels worden zo geplaatst dat het breisel gaat draaien en
krullen.
Deze bewerkingen zullen de vorm van het kledingstuk bepalen of
er aksenten aangeven.
De ingestikte delen kunnen als struktuur gebruikt worden.
Door de bewerking wordt de ingebreide streep een "dessin".
De draaiing wordt hierdoor extra geaksentueerd.
Het uitgangspunt is vanuit één silhouet te werken, maar deze
kan door het vormen van de stof worden beinvloed.